Omgevingsvergunning
in de praktijk |
Omgevingsvergunning in de praktijk
1.
Kinderdagverblijf in Rotterdam
In Rotterdam werd door Zeker Bouwen namens een
cliënte een omgevingsvergunning voor een kinderdagverblijf van 14
kinderen aangevraagd. De vergunning voor brandveilig gebruik werd
spoedig verleend, maar toen begon het gevecht met de gemeente.
Cliënte moest een omgevingsvergunning aanvragen voor de
activiteiten bouw en een ontheffing voor het gebruik van de achtertuin
als buitenruimte voor de kinderen. Pikant detail was dat er helemaal
niets verbouwd hoefde te worden en bovendien had de gemeente
schriftelijk aan de verhuurder verklaard dat het pand
volgens het geldende bestemmingsplan als kinderdagverblijf gebruikt
mocht worden. Uiteindelijk begreep het ambtelijk apparaat dat er niets
verbouwd zou worden, maar ze bleef wel bij haar standpunt dat als de
achtertuin gebruikt ging worden als buitenspeelruimte er een bodemonderzoek
en een goede ruimtelijke onderbouwing ingediend moest worden. Met legeskosten en de nodige rapporten zou dat
een extra kostenpost van rond de 12.000 euro gaan worden.
Ondanks een zeer recente uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak,
waarbij was uitgesproken dat een achtertuin de functie van een pand
volgt, was het ambtenarenapparaat niet te vermurwen. Yolande Breunesse
van Zeker Bouwen heeft toen rechtstreeks met het bestuur contact gezocht
en de zaak uiteengezet.
Het
bleek dat de gemeente in deze zaak veel steken had laten vallen.
Binnen twee weken kreeg cliënte een brief waarin werd medegedeeld
dat ze kon beginnen en ook veel succes werd toegewenst.
Door de actie van Zeker Bouwen
kon een lange kostbare juridische strijd in 2012 voorkomen worden. Het
kinderdagverblijf wordt binnenkort geopend.
2.
Pension voor buitenlandse
werknemers in buitengebied Someren
Gemeente Someren verleende in 2011 een
omgevingsvergunning voor de verbouw van een woonboerderij met
bijgebouwen tot een pension voor buitenlandse werknemers die in en rond
de gemeente werkzaam zijn.
Enkele omwonenden hadden daar grote bezwaren tegen en gingen in beroep
tegen het besluit tot afgifte van de omgevingsvergunning. Yolande
Breunesse van Zeker Bouwen werd door de vergunninghouder ingeschakeld om
zijn belangen te behartigen. Het standpunt werd ingenomen dat alle
omwonenden niet aangemerkt konden worden als belanghebbende in de zin
van de Algemene wet bestuursrecht.
De afstand van hun woning tot het pension was te groot. Dat zij
in dezelfde straat woonde deed daaraan niet af. De raadsman van de
omwonenden deed nog een poging door te stellen dat één van zijn cliënten
toezicht hield op de aangrenzende varkenshouderij en daarom belanghebbende was. Door een verklaring van die boer te
vragen was dat verhaal heel snel de wereld uit. Zowel de rechtbank als
de Afdeling bestuursrechtspraak maakte korte metten met de stellingen
van de tegenpartij en stelde cliënt in het gelijk. Slechts binnen
zes maanden waren alle procedures gevoerd. De boerderij wordt momenteel
verbouwd.Meer lezen, ga dan naar praktijkgevallen Handhaving in de praktijk |